Het afronden van een ggz-behandeling is een belangrijk én kwetsbaar moment. Voor cliënten kan het gepaard gaan met onzekerheid, voor naasten met zorgen, en voor behandelaren met dilemma’s. In deze werkvorm verken je deze spanningen vanuit alle drie de perspectieven. De centrale vraag is: wanneer is het resultaat van de behandeling goed genoeg?
Werkvorm
Deze werkvorm is gemaakt door MIND, in deze werkvormen ligt er nog meer nadruk op het patiënten- en naasten perspectief.
Doel
Deze werkvorm helpt je om stil te staan bij je eigen rol in het afronden van behandelingen. Je krijgt meer inzicht in de impact van kleine signalen en in hoe jouw houding en taalgebruik kunnen worden ervaren. Je doet inspiratie op voor een warme, zorgzame overdracht en denkt na over hoe je kunt bijdragen aan een stevig vangnet – ook buiten de ggz, samen met bijvoorbeeld het sociaal domein of patiëntenorganisaties.
Tijdsindicatie
1,5 uur (afhankelijk van gekozen elementen en tijdsbewaking).
Benodigdheden
- Pennen en papier voor notities en reflecties
- Post-its (voor ideeën, alternatieve formuleringen en reflecties)
- Stiften en een flip-over of (online) whiteboard (per groepje)
Stappenplan
Deze werkvorm kent drie delen.
Deel 1 met een inlevingsoefening op basis van de casus.
Deel 2 met twee optionele reflecties.
Deel 3 over afronden met een vangnet.
Deel 1: De drie perspectieven (20 min)
Vooraf: Lees eerst individueel de casusbeschrijving hieronder.
- Vorm drietallen. Kies ieder een rol: Michael (cliënt), Eva (naaste) of Sanne (behandelaar).
Bedenk voor jezelf vanuit je eigen rol:
- Wat voel jij in deze situatie?
- Wat wil je? Wat heb je nodig van de ander?
- Wat vind je moeilijk om te zeggen?
- Deel daarna in je drietal jullie perspectieven met elkaar:
- Waar wringt het?
- Wat blijft onbesproken?
--> Sluit af met een korte plenaire terugkoppeling: wat raakte je of viel je op?
Deel 2: Twee optionele reflecties
Optie 1: “Wat zeg je als…” (15 min)
Vooraf: Zorg dat je de casus hieronder hebt gelezen.
Aanpak:
- Schrijf individueel zinnen op post-its die je vaak gebruikt bij het beëindigen van behandeling, zoals: “Volgens het behandelplan zijn we klaar” en “Ik heb er vertrouwen in dat je dit alleen kunt”. --> De post-its worden op tafel uitgestald.
- Bespreek per zin in tweetallen:
- Hoe zou Michael of Eva dit kunnen horen of ervaren?
- Welke zinnen vallen goed in jouw rol (uit deel 1) en welke minder?
- Probeer de zinnen op een warmere of meer zorgzame manier te formuleren
--> Schrijf vervolgens de best werkende zinnen op een flip-over.
Optie 2: “Loslaten of vasthouden?” (15 min)
Vooraf: Lees de casus nogmaals om de context goed te begrijpen.
Doel: Stilstaan bij je eigen overtuigingen en spanningen rond het beëindigen van behandeling.
Aanpak:
Individueel: Geef bij elke stelling aan of je het (a) eens bent, (b) neutraal bent of (c) het oneens bent.
- “Een cliënt die blijft hangen, moet losgelaten worden om zelf te groeien.”
- “Afronden voelt voor mij soms alsof ik iemand in de steek laat.”
- “Het systeem van de cliënt verdient net zoveel aandacht bij afsluiting als de cliënt zelf.”
- “Behandelaren die niet snel durven afronden, houden wachtlijsten in stand”
Bespreek in kleine groepjes:
- Welke stelling roept bij jou spanning op?
- Waar schuurt het in de praktijk?
Plenair: reflecteer kort
- Wat zegt dit over je beroepshouding en ruimte voor het perspectief van de cliënt?
Deel 3: Wat als het toch niet goed gaat? (40 minuten)
Vorm groepjes van 3-4 personen en bespreek samen: “Wat als Michael na het afronden toch terugvalt? Hoe ziet een goed vangnet eruit voor hem en zijn naaste?” . Denk breder dan alleen ‘terugverwijzen naar de ggz'.
Bespreek:
- Wat kan het bredere sociaal netwerk of sociaal domein betekenen?
- Welke rol kunnen bijvoorbeeld huisartsen, wijkteams, ervaringsdeskundigen, patiëntenorganisaties of online communities spelen?
- Hoe kun jij daar als behandelaar al in het afrondingsproces op anticiperen?
- Hoe kun je zowel Michael als Eva goed laten meedenken over het opzetten van een vangnet?
Noteer op flap-over of post-its:
- Wat is er nú al mogelijk?
- Wat ontbreekt er of zou je graag versterken?
--> Plenaire terugkoppeling: één woord of zin per groepje dat samenvat wat essentieel is voor een veilig vervolg.
Afronding voor deel 1, 2 en 3 (15 minuten)
- Welke lessen heb je geleerd?
- Wat neem je van vandaag mee om je werk morgen anders te doen?
Casus
Michael, zijn zus Eva en behandelaar Sanne
Michael (38) heeft een jarenlange geschiedenis van depressie en angstklachten. Na een intensieve behandeling van anderhalf jaar is zijn toestand gestabiliseerd, al heeft hij nog ups en downs. Zijn behandelaar Sanne stelt voor de behandeling af te bouwen en af te ronden. Michael knikt, maar voelt zich onzeker. Hij durft niet goed te zeggen dat hij zich nog afhankelijk voelt van de gesprekken.
Zijn zus Eva, die hem in het hele traject heeft gesteund, is opgelucht over de vooruitgang maar voelt zich ook bezorgd. Ze merkt dat Michael nog geregeld terugvalt en vreest dat afronden te vroeg komt. Ze heeft het gevoel dat haar zorgen niet worden gehoord.
Sanne voelt de spanning van Michael en Eva, maar is tegelijkertijd gebonden aan beleidsafspraken en tijdslijnen. Ze worstelt met het balanceren van autonomie, systeemgericht werken en haar professionele verantwoordelijkheid voor zowel leveren van goede zorg aan Michael als het breder belang van alle andere mensen op de wachtlijst voor deze behandeling.